Hoogleraar Guus van Dongen bedacht een methode die aangeeft of een medicijn op de juiste plek in het lichaam terecht komt.
De nieuwe technologie van de VU in Amsterdam kan de geneesmiddelenindustrie op zijn kop zetten. ‘Het zou goed zijn als straks het monopolie van Big Farma wordt doorbroken'.
Het is de nachtmerrie van iedere medicijnenfabrikant: de werkzame stof hoopt zich niet op in de tumor of de ontsteking, maar wordt afgevangen door de lever, of komt in een ander gezond orgaan terecht. Daarmee is de missie van het medicijn bij voorbaat kansloos of zelfs schadelijk geworden. ‘Het gekke is’, zegt Guus van Dongen, ‘dat we tien jaar geleden nog geen idee hadden wat een medicijn na toediening in het menselijk lichaam deed. We moesten maar raden hoe de werkzame stof zich na de injectie gedraagt.’
Inmiddels is dat allemaal anders, met dank aan de technologie die Van Dongen met collega’s bij het ziekenhuis VUmc in Amsterdam heeft ontwikkeld. ‘Ik geloof in techniek’, zegt de hoogleraar medische beeldvorming. Tien jaar geleden bedacht Van Dongen dat hij een radioactief deeltje aan de werkzame stof van een medicijn kon koppelen. Vervolgens is met behulp van een scanner te zien op welke plekken in het lichaam de werkzame stof zich ophoopt. Het gedrag van een medicijn in het lichaam kan zo nauwkeurig worden gevolgd.
De nieuwe technologie wordt langzaam gemeengoed en kan uiteindelijk belangrijke gevolgen hebben voor de farmaceutische industrie. Want straks is bij individuele patiënten vast te stellen waar de werkzame stof terecht komt. Als dat op de verkeerde plaats is, is verdere toediening waarschijnlijk zinloos. Tegelijkertijd kan de nieuwe techniek al in een vroeg stadium duidelijk maken of een experimenteel medicijn gedoemd is te mislukken, of dat verdere ontwikkeling juist zinvol is. Dat levert een besparing op die de hoge ontwikkelingskosten van medicijnen fors kan verminderen.
-------------------------------------------------------------------------------
Naar FD Weekend 8 april, Thieu Vaessen
Het is de nachtmerrie van iedere medicijnenfabrikant: de werkzame stof hoopt zich niet op in de tumor of de ontsteking, maar wordt afgevangen door de lever, of komt in een ander gezond orgaan terecht. Daarmee is de missie van het medicijn bij voorbaat kansloos of zelfs schadelijk geworden. ‘Het gekke is’, zegt Guus van Dongen, ‘dat we tien jaar geleden nog geen idee hadden wat een medicijn na toediening in het menselijk lichaam deed. We moesten maar raden hoe de werkzame stof zich na de injectie gedraagt.’
Inmiddels is dat allemaal anders, met dank aan de technologie die Van Dongen met collega’s bij het ziekenhuis VUmc in Amsterdam heeft ontwikkeld. ‘Ik geloof in techniek’, zegt de hoogleraar medische beeldvorming. Tien jaar geleden bedacht Van Dongen dat hij een radioactief deeltje aan de werkzame stof van een medicijn kon koppelen. Vervolgens is met behulp van een scanner te zien op welke plekken in het lichaam de werkzame stof zich ophoopt. Het gedrag van een medicijn in het lichaam kan zo nauwkeurig worden gevolgd.
De nieuwe technologie wordt langzaam gemeengoed en kan uiteindelijk belangrijke gevolgen hebben voor de farmaceutische industrie. Want straks is bij individuele patiënten vast te stellen waar de werkzame stof terecht komt. Als dat op de verkeerde plaats is, is verdere toediening waarschijnlijk zinloos. Tegelijkertijd kan de nieuwe techniek al in een vroeg stadium duidelijk maken of een experimenteel medicijn gedoemd is te mislukken, of dat verdere ontwikkeling juist zinvol is. Dat levert een besparing op die de hoge ontwikkelingskosten van medicijnen fors kan verminderen.
-------------------------------------------------------------------------------
Naar FD Weekend 8 april, Thieu Vaessen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten