Op 3 maart 2015 is het burgerinitiatief "Stop Vivisectie" ingediend bij de Europese Commissie. Het initiatief werd ondertekend door 1,17 miljoen burgers en haalde de vereiste drempel van 1 miljoen burgers waarmee burgers een stem kunnen uitbrengen bij de bepaling van de agenda.
Het burgerinitiatief verlangt de intrekking van de EU richtlijn (2010/63/EU) over de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt. Het burgerinitiatief is gericht op het zo veel mogelijk afschaffen van dierproeven.
Voor onderzoek zou het verbieden van dierproeven heel nadelig uitvallen. Vele patiënten organisaties, waaronder euro-Ataxia en de ADCA Vereniging Nederland, hebben een tegenstem laten horen.
Op 3 juni 2015 heeft de Europese Commissie gereageerd op het voorstel van het burgerinitiatief "Stop Vivisectie".
De Commissie bevestigt dat zij de overtuiging van het burgerinitiatief deelt dat dierproeven moeten worden afgeschaft. Tegelijkertijd wijst de Commissie erop dat dit ook de belangrijkste doelstelling is van de richtlijn die de dieren beschermt die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (Richtlijn 2010/63/EU).
De Commissie is van mening dat de richtlijn de juiste wetgeving is om de onderliggende doelstellingen van het initiatief te verwezenlijken en stelt daarom de intrekking van die wetgeving niet voor. De richtlijn is nodig om de dieren die voor onderzoek worden gebruikt een hoog niveau van bescherming te bieden. De Commissie zal de doeltreffendheid van deze richtlijn beoordelen zodra deze lang genoeg van kracht is geweest.
In de mededeling worden een aantal andere maatregelen uiteengezet die de Commissie zal nemen in de richting van de geleidelijke afschaffing van dierproeven. De Commissie zal vóór eind 2016 een conferentie organiseren met de wetenschappelijke gemeenschap en belanghebbenden en zal bij die gelegenheid een voortgangsverslag indienen over de maatregelen die zij heeft genomen.
In de afgelopen tien jaar hebben de technologische ontwikkelingen een radicale omwenteling teweeggebracht in biomedisch onderzoek. Belangrijke doorbraken waren onder meer de ontwikkeling van alternatieve tests op basis van cel- en weefselkweek, en rekenmethoden (computersoftware) die de behoefte aan dierproeven verminderen. Maar vele complexe fysiologische en toxicologische processen en effecten kunnen nog niet adequaat gemodelleerd of beoordeeld worden door alternatieve methoden. Dus zijn bepaalde dierproeven nog nodig voor de voortgang van het onderzoek en ter bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het milieu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten