maandag 20 juli 2015

Aantal SCA3 patiënten





Spinocerebellaire ataxie type 3 (SCA3), ook bekend als de ziekte van Machado-Joseph, is het meest voorkomende van de autosomaal dominante cerebellaire ataxien. Men schat ongeveer 1 tot 2 per 100.000 inwoners. Maar er zijn enorme geografische en ethnische verschillen.




Zelfs binnen een land kan de verspreiding van de ziekte enorm verschillen. In Portugal komt SCA3 in het binnenland maar hoogst zelden voor (1 op 10.000). Maar in de vallei van de rivier de Tagus is de prevalentie 1 op 1000. Op de Azoren, behorend tot Portugal en 1370 km daarvandaan gelegen, komt SCA3 het meest voor. Op één van de eilanden van de Azoren, Flores, is de prevalentie 1 op 239.







Hieronder tref je een tabel aan. Deze tabel geeft aan welk percentage van de SCA patiënten de diagnose van SCA3 heeft. Bijvoorbeeld in Brazilië zijn er gebieden waar 69% van de SCA patiënten SCA3 hebben. Er zijn in Brazilië ook gebieden waar zelfs 92% van de SCA patiënten SCA3 hebben.


Hoge prevalentie :


  • Brazilië (69-92%)
  • Portugal (58-74%) 
  • Singapore (53%)
  • China (48-49%)
  • Nederland (44%)
  • Duitsland (42%) 
  • Japan (28-63%)

Gemiddelde prevalentie:


  • Canada (24%)
  • United States (21%)
  • Mexico (12%)
  • Australië (12%)
  • India (5-14%)


Relatief zeldzaam:


  • Zuid-Afrika (4%)
  • Italie (1%)



-----------------------------------------------------------------------------------------------
Orphanet, 2011



donderdag 16 juli 2015

Vaker fatale ongevallen met rijders scootmobiel



Er gebeuren steeds vaker ernstige ongevallen met scootmobielen. Het aantal bestuurders dat dodelijk verongelukte, nam in 1 jaar tijd toe van 23 naar 32.

Ook moeten meer scootmobielrijders naar de spoedeisende hulp van een ziekenhuis na een ongeval. In 2010 waren dat er nog 2000, maar vorig jaar liep dat al op tot bijna 2500 slachtoffers.

Organisaties als de ANBO, VeiligheidNL, ANWB en Veilig Verkeer Nederland (VVN) pleiten daarom voor deelname van - met name oudere - bestuurders aan rijvaardigheidcursussen om het vervoermiddel beter onder controle te krijgen in het drukke veerkeer.






"Wij kunnen en willen een rijcursus niet verplichten, maar duidelijk is dat het een zeer verontrustend problem is dat alleen maar groter gaat worden. De wegen en straten worden allengs veroverd door deze voertuigen", zegt Frank van der Aa van belangenorganisatie ANBO. "Naar schatting rijden er nu een kleine 160.000 stuks en we verwachten dat dit er over 10 jaar meer dan een half miljoen zijn. Ingrijpen is daarom nu noodzakelijk, als we willen voorkomen dat er nog meer slachtoffers vallen."

Nu krijgen gebruikers van een scootmobiel in een uurtje tijd uitleg over de werking van het apparaat. Na een kort testritje mogen zij de weg op. "Dat vraagt om moeilijkheden", ziet ook Ad Vonk van de ANWB. "Onlangs hadden we zelfs een ongeval in een ANWB-winkel, waar een bestuurder de deur eruit reed ..."




-----------------------------------------------
De Telegraaf, 4 april 2015, Vaker fatale ongevallen met rijders scootmobiel, Gijsbert Termaat

zondag 12 juli 2015

Regeling dure geneesmiddelen (Nederland)



Geneesmiddelen die in het ziekenhuis worden toegediend, worden in principe uit het ziekenhuisbudget betaald. Soms zijn geneesmiddelen erg duur of ziet een ziekenhuis zich genoodzaakt om een bepaald geneesmiddel niet meer te gebruiken.



Om te voorkomen dat de zorg aan patiënten in het gedrang komt, heeft de overheid een tweetal regelingen in het leven geroepen die van toepassing zijn op dure geneesmiddelen en op geneesmiddelen die bestemd zijn voor patiënten met zeldzame of weinig voorkomende aandoeningen, de zogenaamde weesgeneesmiddelen.

Hierdoor kan een ziekenhuis naast het reguliere budget, extra budget voor dure geneesmiddelen krijgen.

Eind 2011 kwamen er velen aanvragen voor de stofnamenlijst dure- en weesgeneesmiddelen binnen bij het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), waardoor er een achterstand ontstond. De minister besloot daarom om de regels voor toelating op de lijst aan te passen en de lijst dure- en weesgeneesmiddelen open te stellen voor nieuwe aanvragen in 2012.

Sinds 1 januari 2012 is DOT ingevoerd, een nieuw declaratiesysteem voor ziekenhuizen waarbij alle kosten voor een behandeling in 1 diagnosebehandelcombinatie (DBC) zijn opgenomen, in principe ook kosten voor dure geneesmiddelen. Als een middel meer dan €10.000 per patiënt per jaar kost, dan kunnen ziekenhuizen hier een add-on voor aanvragen. Daarom was besloten om de lijst dure- en weesgeneesmiddelen te vervangen.

Half mei 2012 besloot de minister om de lijst voorlopig open te stellen voor nieuwe aanvragen in 2012 en moesten geneesmiddelen alleen aan de kostenprognose voldoen: de totale kosten voor het geneesmiddel voor een bepaalde ziekte zijn voor alle Nederlandse ziekenhuizen samen minimaal 2,5 miljoen euro. Aan de overige voorwaarden (therapeutische meerwaarde en doelmatigheidsonderzoek) hoefde niet te worden voldaan.

Vanaf 2013 is het de bedoeling dat er alleen nog met add-ons wordt gerekend en niet meer wordt gewerkt met de lijst dure- en weesgeneesmiddelen.

--------------------------------------------------------------------------
Bron: Nza

woensdag 8 juli 2015

Wat gaat er fout bij SCA6?




Een belangrijk kenmerk van SCA6 is het langzaam verslechteren van het evenwicht en het vermogen om bewegingen gecoördineerd uit te voeren. Dit wordt veroorzaakt door het steeds slechter functioneren van de kleine hersenen. 

De oorzaak van het steeds slechter functioneren van de kleine hersenen is een verlengd stukje in het DNA in een bepaald gen (CACNA1A gen). Dit gen is verantwoordelijk voor het samenstellen van twee eiwitten.

  • Eén van de eiwitten is betrokken bij de vorming van een calcium kanaal in de celwand. Dit kanaal is belangrijk voor het overbrengen van een zenuwsignaal. 
  • Het andere eiwit heeft een functie bij het reguleren van de ontwikkeling van een speciaal type zenuwcel van de kleine hersenen, Purkinje cellen genoemd.

Onderzoek bij muizen heeft aangetoond dat het "verlengde" DNA (bijna) geen invloed heeft op het functioneren van de calcium kanalen. 

Het "verlengde" DNA heeft wel duidelijk een effect op het reguleren van Purkinje cellen. De cellen reageren onregelmatig op prikkeling. Ook is er bij muizen een vermindering van het aantal Purkinje cellen te zien. Dit heeft tot gevolg dat de kleine hersenen verschrompelen.




Bovenste twee grafieken: gezonde Purkinje cellen, regelmatig patroon.
Onderste twee grafieken: Purkinje cellen met een verlengd stuk DNA
en onregelmatig patroon.




Onderzoek bij muizen heeft aangetoond dat niet beide soorten eiwitten nodig zijn voor het ontstaan van ataxie. Het eiwit dat de Purkinje cellen reguleert is voornamelijk verantwoordelijk voor het ontstaan van ataxie. Dit mechanisme moet nog verder onderzocht worden. Zorgt de verminderde regulatie van de Purkinje cellen voor onregelmatig reageren op elektrische prikkels? Of zorgt het veranderde eiwit voor verstoorde binding aan andere eiwitten?




--------------------------------------------------------------------------------------------------------

Polyglutamine Expansion in P/Q Channel C Terminus Disrupts Cerebellar Plasticity, Melanie D. Mark, Martin Krause, Henk-Jan Boele, Wolfgang Kruse, Stefan Pollok, et al., The Jounal of Neuroscience, 10 June 2015, 35(23): i;

donderdag 2 juli 2015

Slikstoornissen bij ataxie



Slikstoornissen is een bekend symptoom bij ataxie. Slikstoornissen worden ook wel dysfagie genoemd.

Slikstoornissen kunnen leiden tot een langere duur van de maaltijd en ook dat er minder gegeten wordt tijdens de maaltijd. Door het minder eten kan gewichtsverlies optreden. Doordat het eten langzamer gaat kan sociale isolatie optreden. Daarnaast kan de slikstoornis nog tot aspiratie leiden. Aspiratie is het terechtkomen van voedsel en/of vocht in de longen in plaats van in de slokdarm en maag. Aspiratie kan leiden tot een longontsteking. Op het plaatje is te zien hoe voedsel/drank de neus inschiet en/of in de luchtpijp terecht komt en/of de juiste route naar de maag neemt.





De slikproblemen bij ataxie zijn een gevolg van de gebrekkige coördinatie van alle spiertjes die betrokken zijn bij het slikken zoals de spiertjes van de kaak, tong, lippen en keel. Zoals boven beschreven kunnen slikproblemen leiden tot een verminderde kwaliteit van leven.

Beginnende slikproblematiek wordt door de mensen zelf vaak niet gemeld of niet herkend. Verschijnselen die kunnen passen bij slikproblemen zijn langzaam kauwen, eten met kleine hapjes en drinken met kleine slokken, vermijden van voedsel dat problemen geeft zoals draadjesvlees of bouillonsoep met stukjes groente, verslikken bij vast voedsel, hoesten bij dunne vloeistoffen en voedsel dat terug komt via de neus.

De internationale richtlijn voor ataxie beschrijft dat vroegtijdige diagnostiek van slikstoornissen belangrijk is om veilig en goed te kunnen eten en drinken. Een logopedist kan tips geven bij  slikstoornissen. De logopedist kan veilige slikmethoden aanleren en een goede zitpositie en hoofdhouding die slikstoornissen kunnen verminderen. De logopedist werkt hierbij nauw samen met de diëtist waar het aanpassingen betreft aan de samenstelling van de voeding, dikte van vloeistoffen en voldoende energie-inname.






-----------------------------------------

Naar: Nieuwsbrief  52, VSN, afdeling FA, juni 2015.

Vogel AP, Brown SE, Folker JE, et al. Dysphagia and swallowing-related quality of life in Friedreich ataxia. J Neurol 2013  

woensdag 1 juli 2015

Ook in Europa krijgt Cabaletta de weesgeneesmiddelen status





BioBlast Pharma Ltd. heeft op 29 juni bekend gemaakt dat Cabaletta voor de behandeling van spinocerebellaire ataxie de weesgeneesmiddelen status heeft verkregen door de Europese Commissie.

Toekenning van de weesgeneesmiddelen status voor Cabaletta betekent dat BioBlast nu gebruik kan maken van een aantal gunstige regels voor het ontwikkelen van het geneesmiddel voor SCA. Zo kan BioBlast gebruik maken van gratis wetenschappelijk advies bij het opstellen van onderzoeksprotocollen en advies bij het aanvragen van registratie, gebruik maken van centrale registratie in de Europese Unie (in plaats van registratie per land), en 10 jaar marktexclusiviteit na registratie behouden. 









Weesgeneesmiddelen zijn bestemd voor diagnose, preventie of behandeling van zeldzame ziekten.
Een zeldzame ziekte komt niet vaker voor dan bij 5 op de 10.000 inwoners in de Europese Unie en is een ernstige, levensbedreigende of chronisch invaliderende aandoening. 

Op dit moment is er dus zowel in Europa als in Amerika de weesgeneesmiddelen status afgegeven voor Cabaletta voor de behandeling van oculopharyngeale spierdystrofie (OPMD) en voor spinocerebellaire ataxie.


In Israel loopt de fase 2 studie naar de effectiviteit van Cabaletta bij SCA3 patiënten. Bij een fase 2 studie wordt de werkzaamheid en de dosering bepaald bij een kleine groep patiënten. 
Cabaletta voorkomt het afwijkend klonteren van eiwitten in cellen, in cel- en diermodellen, bij een aantal ziekten die gekenmerkt worden door abnormale eiwitklontering zoals OPMD, SCA3 en andere PolyA/PolyQ ziekten.