zondag 29 januari 2017

A new genetic cause of ataxia




A study by researchers at Weill Cornell Medicine-Qatar (WCM-Q) has revealed a new genetic cause of ataxia and the implications it has for marriage.


Because cerebellar ataxia is often an inherited disease, it could have major implications for the consanguineous marriages that are common in Qatar. When the mutated gene that causes the disorder is expressed in a recessive manner, both parents have to have the same recessive gene for some of their children to be affected. Since genes are inherited, it is much more likely that people within an extended family carry the same genes. Therefore, a consanguineous marriage within a family who carry the mutated recessive gene is much more likely to lead to cerebellar ataxia in the children of that marriage. 










Investigators have now discovered an unusual recessive mutation that leads to cerebellar ataxia.

The study was launched after a young woman visited her clinician with symptoms of cerebellar ataxia. Her brother was also found to have the disorder and the researchers asked if they, and their extended family, would take part in research to examine the genetic cause.

Blood samples were taken from two branches of the family and DNA, RNA and protein were extracted. The data was then analysed by the study research team. After looking at the entire genome, a rare variation in the DNA sequence of non-protein coding ribonucleic acid called RNU12 was found. This RNU12 variant was associated with affected family members, following the inheritance pattern expected of a recessive gene. 

Laboratory investigations confirmed that the variant impacts the expression and function of RNU12. This is an exciting finding, since most disease-associated mutations identified to date involve the small fraction of the genome that encodes proteins.
The study will open a new window for screening for cerebellar ataxia. It also shows geneticists how important it is to conduct research on all parts of the genome – both protein-coding and non-coding – when looking for causes of disease.


----------------------------------------------------------------------------------------------
http://www.gulf-times.com/story/528592/Research-sheds-new-light-on-brain-disorder

Annals of Neurology, January 2017, Mutation in noncoding RNA RNU12 causes early onset cerebellar ataxia, M. Elsaid et al., 10.1002/ana.24826












Nieuw ataxie gen


Onderzoekers van de Weill Cornell Medicine Qatar - onderdeel van de Cornell Universiteit in Amerika - hebben een nieuw ataxie gen gevonden.

De studie is opgezet in Qatar in het Midden Oosten nadat een jonge vrouw met ataxie verschijnselen bij haar neuroloog kwam. Ook haar broer bleek ataxie symptomen te vertonen.







In Qatar komen huwelijken tussen bloedverwanten veel voor. Omdat ataxie meestal een erfelijke aandoening is, heeft het vinden van een genetische oorzaak enorme complicaties voor huwelijken tussen bloedverwanten.



Bij dominante overerving is het mogelijk om de aandoening te volgen door de generaties heen. Als de mutatie die de aandoening veroorzaakt recessief is dan treedt de aandoening volkomen onverwacht op. Recessieve overerving houdt in dat alleen als beide ouders de zeldzame mutatie hebben hun kinderen 25% kans hebben om de aandoening te krijgen. Beide ouders hebben dan allebei één mutatie die hen zelf niet ziek maakt. Als een kind beide mutaties erft (kans 25%) dan vertoont het kind de aandoening. Er is ook 25% kans dat een kind geen van beide mutaties erft en dit kind zal de aandoening dan ook niet doorgeven. Maar er is 50% kans dat een kind één van beide mutaties erft. Het kind zal de aandoening dan zelf niet vertonen maar loopt dan wel de kans dat hij/zij de ziekte weer doorgeeft aan de volgende generatie als zijn/haar partner ook één gemuteerd gen heeft.



Om de genetische oorzaak te achterhalen hebben onderzoekers toestemming gevraagd om het bloed van de hele familie te onderzoeken. De complete genetische samenstelling is onderzocht van alle bloedstalen. Na analyse werd een zeldzame variatie gevonden in het DNA. Het bijzondere aan de zeldzame variatie, RNU12, is dat het niet codeert voor een eiwit.



Het is een belangwekkende ontdekking dat er een foutje in het DNA gevonden is dat niet verantwoordelijk is voor een eiwit. De meeste tot nu toe gevonden mutaties zijn wel verantwoordelijk voor het maken van een eiwit. Het is dus belangrijk dat de hele genetische samenstelling van patiënten met cerebellaire ataxie onderzocht wordt op afwijkingen en niet alleen het deel dat codeert voor eiwitten.

---------------------------------------------------------------------
http://www.gulf-times.com/story/528592/Research-sheds-new-light-on-brain-disorder

Annals of Neurology, January 2017, Mutation in noncoding RNA RNU12 causes early onset cerebellar ataxia, M. Elsaid et al., 10.1002/ana.24826







zaterdag 28 januari 2017

Handigheid om drankjes te dragen




Voor ataxie patiënten wordt het op een gegeven moment lastig om met een vol kopje of volle beker te lopen. De vloeistof klotst erover heen. 



Hierop is iets gevonden: de "mors niet" (the spillnott). Bijna iedereen kan makkelijk zijn koude of warme drankje meenemen naar de sofa, de trap op of de tuin in zonder te morsen. Het is geen magie maar wel fysica. Kijk naar het filmpje en het lijkt toch echt magie. 








http://spillnot.myshopify.com


Zo ziet het eruit. 





--------------------------------------------------------------------------------


Website









vrijdag 20 januari 2017

Trehalose stabiliseert SCA symptomen



Op 18 januari 2017 heeft Bioblast Pharma de resultaten gepubliceerd van hun onderzoek naar de werking van trehalose (Cabaletta) bij patiënten met SCA3.

De werking van trehalose werd getest in een fase 2a open label studie. Open label betekent dat zowel de arts als de patiënt op de hoogte waren van het feit of de patiënt een placebo (nepgeneesmiddel) kreeg toegediend of trehalose. Een fase 2a studie onderzoekt wat de ideale dosis van het geneesmiddel is bij een kleine groep patiënten.

Tot nu toe werd er gevonden dat trehalose SCA3 kan stabiliseren. De gegevens van 14 deelnemers zijn geëvalueerd. Acht patiënten kregen een dosis van 13,5 gram per infuus in de ader, de andere 6 patiënten kregen een dubbele dosis (27 gram) per infuus in de ader.  De infusen werden wekelijks gegeven. 



De groene bolletjes zijn het eiwit. Links bij personen zonder SCA3. Rechts bij patiënten met SCA3.



Bevindingen


Beide doses waren veilig en werden goed verdragen. 

Na 6 maanden behandeling bleef de SARA score van de patiënten stabiel. De gemiddelde SARA score aan het begin van de studie was 10.37. Na 26 weken was de gemiddelde score 10.25. 

Vijf van de veertien patiënten kregen de kans om langer door te gaan met trehalose. Ook bij hen bleef de SARA score stabiel na een extra 6 maanden van behandelen. 

De SARA score wordt opgebouwd uit 8 metingen die betrekking hebben op het lopen, de houding, zitten, spraak, vinger achtervolgingstest, neus-vinger test, hiel-scheenbeen test, test van snelle afwisselende bewegingen. 

De SARA score van SCA3 patiënten die niet behandeld worden neemt elk jaar met ongeveer 1.56 toe. De SARA score geeft dus inzicht in de voortgang van de aandoening. Hoe meer een patiënt is aangedaan hoe hoger de score. 

De enige bijwerking van het infuus met trehalose was glucose in de urine. Glucose in de urine trad een paar uur na het toedienen van trehalose op en duurde een paar uur. De verklaring hiervoor is dat trehalose door een enzym afgebroken wordt in twee glucose moleculen en deze moleculen worden via de urine uitgescheiden. 


Werking


Trehalose beschermt de cel tegen abnormale processen. Bij ziekten die veroorzaakt worden door een stukje verlengd DNA zoals SCA3, gaan de eiwitten klonteren. De eiwitten kunnen hun werk dan niet meer doen en vervuilen de cel waardoor de cel sterft. Trehalose voorkomt deze klontering van eiwitten.


Patent



BioBlast heeft een patent gekregen voor de behandeling van SCA3 patiënten met trehalose. Dit patent verloopt in 2033. Daar naast heeft trehalose de "weesgeneesmiddelen" status gekregen. BioBlast kan dan gebruik maken van een aantal gunstige regels voor het ontwikkelen van het geneesmiddel zoals het gratis gebruik maken van wetenschappelijk advies voor onderzoeksprotocollen en advies bij het aanvragen van registratie. 






-------------------------------------------------------------------

Published Online: Wednesday, Jan 18, 2017;  Persbericht.

zondag 15 januari 2017

Studie naar effect draagbare stabilisator bij ataxie




Er is een zeer kleine studie opgezet om een apparaat te testen bij ataxie patiënten dat mogelijk de stabiliteit vergroot. 

Prikkels worden door de zintuigen via de zenuwbanen naar het centrale zenuwstelsel geleid. Als antwoord wordt er een signaal naar de spieren gestuurd. Bij ataxie is dit proces verstoord. Het onderzoek is opgezet om te onderzoeken of prikkeling van de zintuigen een positief effect heeft op het evenwicht en stabiliteit. 







Elf volwassen ataxie patiënten met een bevestigde diagnose van autosomale dominante spinocerebellaire ataxie of ataxie van Friedreich is gevraagd om het apparaatje - een soort chip - drie weken te dragen. Bij de deelnemers werd drie maal een aantal testen afgenomen. De eerste keer was vlak voor het gebruik van het apparaat. De tweede metingen vonden direct plaats na het gebruik van het apparaat. De laatste metingen vonden 3 weken na het dragen van het apparaatje plaats. 


De testen die afgenomen werden waren: 

  • SARA (ataxie score test)
  • 9-HPT (test fijne motoriek)
  • PATA (spraaktest)
  • 6MWT (looptest)
  • loopanalyse

Conclusie

Er werden geen nadelige effecten gerapporteerd.

Alle testen toonden een statisch aantoonbare verbetering na drie weken van stimuleren van de zenuwen.  

Er werden geen statistisch aantoonbare verschillen gemeten tussen de tweede en laatste meting. 

Deze kleine studie geeft aanleiding om een grotere studie op te zetten naar het stimuleren van zenuwen en heet positieve effect daarvan op het evenwicht en het looppatroon van ataxie patiënten.




--------------------------------------------------------------------------

A wearable proprioceptive stabilizer for rehabilitation of limb and gait ataxia in hereditary cerebellar ataxias: a pilot open-labeled study, Leonardi, L., Aceto, M.G., Marcotulli, C. et al. Neurol Sci (2016). doi:10.1007/s10072-016-2800-x











zondag 8 januari 2017

SCA2 en SCA10: meer dan een coïncidentie?



In de literatuur zijn een aantal artikelen verschenen die patiënten beschrijven die zowel de diagnose SCA2 als SCA10 hebben.

De grote vraag is nu: is dit toeval of niet?

Eén artikel beschrijft een Mexicaanse man van 54 jaar geboren in Amerika. Hij vertoont al 11 jaar ataxie symptomen. Deze patiënt heeft mutaties in zowel het SCA2 gen als het SCA10 gen. De patiënt vertoont de algemene symptomen van ataxie zoals bewegingsstoornissen, problemen met het evenwicht, problemen met spraak, problemen met de gevoelszenuwen en iets verminderde cognitie. Maar hij vertoont ook symptomen die specifiek zijn voor SCA2 zoals spierspasmen, krampen en verminderde reflexen. Terwijl hij ook leidt aan stuipen die vaker bij SCA10 voorkomen. De ataxie is overgedragen via de moeder. Meerdere van zijn familieleden hebben de diagnose van ataxie. Stuipen  zijn alleen bij de patiënt beschreven. Omdat de familieleden ver weg wonen was het niet mogelijk om hen te onderzoeken. Zijn voorouders komen uit Frankrijk.

Een ander artikel beschrijft een Boliviaanse man van 39 jaar. Hij heeft al 13 jaar ataxie symptomen. Zowel het SCA2 gen als het SCA10 gen vertonen mutaties. De ataxie is overgedragen via de moeder. De overgrootmoeder kwam oorspronkelijk uit Duitsland. In vorige generaties kwam ook ataxie voor maar zonder stuipen.

De aanwezigheid van meer dan één SCA mutatie in een enkel individu is zeldzaam. Al zijn er meer gevallen beschreven:

  • SCA8 kan samen voorkomen met SCA1, SCA3 of SCA6.
  • SCA3 en SCA17 kunnen samen voorkomen.
  • SCA2 en SCA10 kunnen samen voorkomen. 





--------------------------------------------------------------------

Two in One: Report of a Patient With Spinocerebellar Ataxia Types 2 and 10, Sachin S. Kapur, MD; Jennifer G. Goldman, MD, MS, Arch Neurol. 2012;69(9):1200-1203. doi:10.1001/archneurol.2011.3044

Spinocerebellar Ataxia Types 2 and 10: More Than a Coincidental Association?, Jose Fidel Baizabal-Carvallo, MD, MSc; Joseph Jankovic, MD, Arch Neurol. 2012;69(11):1524-1525. doi:10.1001/archneurol.2012.2281










maandag 2 januari 2017

Nederlands onderzoek SCA1 - vervolg


Elf Nederlandse families waarin de zeldzame, erfelijke ziekte SCA1 voorkomt zijn in september 2015 begonnen om geld in te zamelen voor de ontwikkeling van een behandelwijze voor deze ziekte.

Op 5 februari 2016 was het benodigde bedrag om het onderzoek te starten, 150.000 euro, binnen.

Op 8 november 2016 is de stand zelfs 226.613 euro. Daarnaast is er subsidie aangevraagd bij een Franse organisatie (AFM Téléthon). Er is 49.480 euro subsidie toegekend. De subsidie gelden zullen worden aangewend voor een analytisch laboratorium medewerker ter ondersteuning van de wetenschappelijk onderzoeker.


Onderzoek


De hersenziekte SCA1 (SpinoCerebellaire Ataxia type 1) ontstaat doordat er een fout eiwit in de kleine hersenen gemaakt wordt. Door dit foute eiwit sterven er cellen af in de kleine hersenen, en de schade die zo ontstaat is onomkeerbaar en leidt tot symptomen van SCA1.

In het Leids Universitair Medisch Centrum wil de onderzoeksgroep het eiwit een klein beetje veranderen zodat er minder schadelijk eiwit wordt gemaakt zodat het eiwit minder schade in de hersenen kan aanrichten. 

Het ontwikkelen van nieuwe therapieën begint veelal met onderzoek in gekweekte cellen in het laboratorium. Nu wordt er nog vaak gebruik gemaakt van cellen die niet heel veel lijken op menselijke hersencellen. Een nieuwe ontwikkeling is het gebruiken van zogeheten ‘geïnduceerde pluripotente stamcellen (iPS cellen)’. Door middel van een moleculair trucje, kunnen de huidcellen veranderd worden in hersencellen. Als deze huidcellen dan afkomstig zijn van een SCA1 patiënt, heb je meteen een goed onderzoeksmodel van SCA1. Door dit onderzoek uit te voeren in een celmodel wat de hersenen beter nabootst, hoopt de groep  sneller tot een nieuwe therapie te komen.



Stand van zaken



  • Begin november is er een wetenschappelijk onderzoeker geselecteerd die vanaf 1 december voor en periode van 2 jaar onderzoek gaat doen naar de ontwikkeling van een medicijn voor SCA1.


  • Eind november 2016 zijn de laatste huidbiopten, nodig voor het onderzoek van SCA1 patiënten en hun familieleden, afgenomen. 


Het stukje huid wat afgenomen is wordt in het laboratorium zo behandeld dat de cellen veranderen in hersencellen. Dit is de ideale manier om de werking van een therapie in het laboratorium to controleren. 









---------------------------------------------------------------------
Elf families met ongeneeslijke erfelijke ziekte SCA1 zamelen 150.000 euro in voor onderzoek
Website: Hersenziekte - SCA1