donderdag 22 mei 2014

RNA interferentie (RNAi) verbetert bij muizen SCA1



Een relatief nieuwe onderzoeksmethode om een ziek gen uit te schakelen is de toepassing van RNA interferentie (RNAi). Daarbij gebruikt men korte dubbelstrengs RNA-moleculen die zo zijn ontworpen dat zij het aflezen van een gen, in dit geval het gemuteerde gen voor ataxine-l, kunnen blokkeren. Het gezonde exemplaar van het ataxinegen blijft dan normaal functioneren.

Muizen 


Nadat de onderzoekers een geschikt RNAi hadden geconstrueerd brachten zij dit in bij muizen met SCA1. De muizen waren niet meer in staat om in een tredmolentje te lopen, omdat zij hun voorpoten niet op de spijltjes van de molen konden zetten. Hun ooghandcoördinatie, een taak van de kleine hersenen, was duidelijk gestoord.









Het RNAi werd toegediend door het in een virus op te nemen en dat in het getroffen deel van het centrale zenuwstelsel te spuiten.

Na twee weken speelden de muizen weer gewoon in de tredmolen. Microscopisch onderzoek van de kleine hersenen wees uit dat allerlei morfologische afwijkingen waren genormaliseerd. Ook bleek dat de zogeheten Purkinjecellen, die een essentiële rol bij de coördinatie van bewegingen spelen, weer normaal ataxine-1 bevatten.


Apen


Ondertussen is er ook onderzoek gedaan met deze methode bij apen. Ook hier lijkt de methode goed te werken.

Mensen


De volgende stap is om deze methode uit te breiden naar mensen. In de eerste stap zal er een vector ontworpen moeten worden die gebruikt kan worden om het RNAi veilig op de juiste plaats te brengen bij mensen. Daarna zal de optimale dosis gezocht worden, aandacht besteed worden aan de veiligheid etc. 

-------------------------------------------------------------------
Beverly Davidson, PhD
The Children’s Hospital of Philadelphia Research Institute, Philadelphia, PA 
Pioneer Award, National Ataxia Foundation












Geen opmerkingen:

Een reactie posten